Bijgerechten

Chinese Atjar

Ken je die zakjes Atjar wat je bij de Chinees kan bestellen als bijgerecht? Heerlijk vind ik dat, lekker knapperige zoet zure kool. Belachelijk duur eigenlijk ook als je erover nadenkt, zo’n handje vol witte kool. Alternatief is zo’n potje uit de supermarkt, zompig zachte kool vol met ingredienten waarvan je geen idee hebt verder. Prima als je niet beter weet natuurlijk. Totdat je deze Atjar geproeft hebt, geloof me dit is net zo lekker als die van de Chinees maar komt uit je eigen keuken. Enige nadeel, het staat niet binnen een kwartier op tafel. Het zit wel binnen een kwartier in een pot maar dan moet je nog geduldig een weekje wachten. Maar dan heb je ook wat. En door het zoet en zuur ook best lang houdbaar. Ik doe op dit moment de proef op de som, mijn pot met Atjar staat al drie weken en is nog heeeerlijk…….

Wat heb je nodig? Niet eens zo heel veel. Allereerst een grote pot die je goed kunt afsluiten. Ik heb een weckpot van 2,5 liter die ik ervoor gebruik. Lijkt veel maar als je er met vier van eet is het met twee, drie keer echt op. Voor een fractie van wat een potje van het bekende merk je kost én je weet wat erin zit. Overtuigd? Wij wel in ieder geval.

  • 1 kleine witte kool of spitskool
  • 1 winterwortel
  • 1 liter natuurazijn (de gele)
  • 100 gram suiker
  • 1 eetlepel kurkuma
  • 1 eetlepel zout
  • sambal of een Spaans pepertje

Qua suiker zijn we het niet helemaal eens, ik zie recepten waar meer suiker gebruikt word, mijn moeder gebruikt ook meer suiker, bijna het dubbele zelfs. Ik vind de Atjar zo prima. Mijn advies is, begin met 100 gram, proef de atjar na een dag of vijf en doe er dan, naar smaak, nog wat suiker bij als je dat nodig vindt. Immers suiker weghalen dat gaat niet lukken. Sambal of een pepertje zijn optioneel, sommige mensen houden van een iets pittigere Atjar. Bij ons thuis wordt de Atjar gegeten door het kleine meisje en mezelf en dan maak ik het niet te pittig. Ik snijd dus een half Spaans pepertje in dunne reepjes. Dat ziet er leuk uit, het oog wil ook wat, maar is niet te pittig.

Gebruik je spitskool dan kun je de Atjar sneller eten, de spitskool is veel zachter, van smaak ook. Allebei is lekker hoor.

Snijd je witte kool of spitkool in repen, niet te dun want het moet wel knapperig blijven. Ik gebruik hiervoor een mandoline die ik op 3 mm zet. Rasp daarna de wortel op een grove stand. Doe de witte kool en wortel in een vergiet, voeg het zout en de kurkuma toe en hussel goed door elkaar. Denk aan je handen, ik loop dus regelmatig met gele handen rond, wil je dit echt niet gebruik dan een handschoentje of lepels. Ik zet de vergiet vervolgens gewoon in de gootsteen maar je kunt de vergiet natuurlijk ook boven een kom zetten. Laat een uurtje staan zo.

Na een uur spoel je de Atjar goed af onder een stromende koude kraan. Het zout heeft je witte kool nu zachter gemaakt, de kurkuma geeft smaak en kleur. Schud de witte kool goed uit en laat nog even uitlekken.

Neem nu je schone pot en doe de witte kool erin. Werk zo schoon mogelijk dus je pot is goed schoon en droog en nadat je de kool erin gedaan hebt maak je de rand van de pot goed schoon. Vul de witte kool nu aan met de azijn, de sambal en de suiker. Schudden is eigenlijk niet nodig, door het staan zal de suiker zichzelf door de witte kool werken. Ben je daar toch niet helemaal van overtuigd los dan eerst de suiker op in je azijn en schenk dan de azijn op de witte kool. Sluit de pot en zet koel weg. Bij ons staat de Atjar geduldig in de kelder te wachten, in de koelkast mag maar hoeft niet.

Proef de Atjar na een dag of vijf. Bedenk je dan of je er nog suiker bij wilt doen of misschien zelfs toch wel nog wat sambal.

Belangrijk is dat je iedere keer met een schone vork of tang in de pot gaat en dat je de randen voordat je de pot sluit even schoon en droog maakt. Zo blijft je Atjar zo lang mogelijk lekker en vers.

Deze Atjar maak je tussendoor en staat klaar als je em nodig hebt. Voor bij een snelle nasi, bij je sateetjes, je hebt altijd verse knapperige Atjar klaar staan. Vers lekker en vergeet niet, er zit veel Vitamine C in witte kool, hartstikke gezond dus!

Zuur van komkommer en paprika

Vaak koop je groenten die je niet helemaal op maakt of waarvan je maar een deel nodig hebt. Een rode paprika gaat wel in z’n geheel in een gerecht maar als je er ook een andere kleur bij wilt doen kies ik er toch vaak voor om een halve van beide te nemen. Een bosje radijsjes vind ik heerlijk voor tussendoor maar een heel bosje gaat dan toch vaak niet op. Manlief houdt niet van tomaten en vaak maak ik dan komkommer en tomaten apart. En gebruik ik dus geen hele komkommer…

Deze salade of zuur van onder andere komkommer en paprika is eigenlijk overal wel bij te serveren. Je maakt fijn de restjes uit je groentelade op en je hebt zeker een week een grote pot zuur. Zoals je kunt zien gebruikte ik naast de komkommer en paprika ook nog radijsjes en rode ui maar probeer gerust ook dunne plakjes meiknol, courgette, puntpaprika’s en als je durft een pepertje.

Neem een ruime weckpot, de pot op de foto is bijna drie liter. Komkommer en courgette worden lekker zacht en veranderen iets van kleur terwijl de paprika nog best knapperig blijft. Varieer naar wat jij lekker vindt en wat er nog in je groentelade ligt.

Voor een grote pot neem je:

  • 1 liter natuurazijn, die donkere
  • 2 glazen water, ongeveer 300 ml
  • 2 volle eetlepels suiker
  • 1/2 tot 1 eetlepel zout
  • 1/2 eetlepel peperkorrels, licht gekneusd
  • 1 komkommer
  • 1 rode of gewone ui (kleur he 😉 )
  • 1 rode paprika of 1/2 rode en 1/2 groene (of wat voor paprika je ook hebt liggen)
  • Vul aan met radijsjes, meiknol, peper, courgette, wortel

Gebruik je wortel, wat erg lekker is, snijd deze dan in dunne plakjes en blancheer de wortel even, een minuut of 2 in koken water

Snijd de ui in dunne halve ringen en alle andere groenten in dunne plakjes. Halveer de plakjes als je ze te groot vind. Laat de wortel afkoelen of spoel even koud af als je wortel gaat gebruiken.

Meng de azijn, het water, de suiker, het zout en de peperkorrels in je weckpot. Houd er rekening mee dat de pot in de koelkast moet passen. Laat het zout en de suiker goed oplossen en proef of er misschien nog wat suiker of zout bij moet. Over smaak valt immer niet te twisten. Wij houden ervan als de groenten nog best zuur is, anderen houden liever van meer zoet-zuur.

Doe de groenten bij het azijnmengsel, zorg dat alles onder staat. Voeg eventueel nog een glas azijn en een glas water toe. Zet de pot nu in de koelkast en laat de smaken goed intrekken. Een uur of twee is in principe al genoeg om te kunnen eten maar de dag erna is alles nog veel lekkerder. Zet de pot gewoon op tafel maar zorg ervoor dat je een schone lepel of tang gebruikt, dat zorgt ervoor dat je het zuur langer kunt bewaren. 10 dagen bewaren is heel goed mogelijk.

Turkse tomatenrijst

Turkse tomatenrijst

In het weekend maakte ik voor vrienden Grieks. Souvlakia, keftedakia, diverse voorgerechten, alles erop en eraan. Veel teveel natuurlijk, zoals altijd. Geen probleem vonden we, zondag kliekjesdag en lekker genieten van onze vrije dag buiten onder ons afdakje. Maar het was nog veel teveel dus alle vlees werd gegrild en maandag nog een keer op het menu gezet. Na drie dagen tzatziki, brood en lamsgehakt waren we er allemaal wel klaar mee. Voorlopig hoef ik geen Grieks meer op tafel te zetten. Misschien een weekje of twee wachten…..

Vandaag stond vis op het menu, na wat wikken en wegen besloot het kleine meisje dat ze toch wel eens een stukje zalm wilde proeven en ik besloot dat dan ook maar meteen te maken, het ijzer smeden als het heet is noemt men dat toch? Erbij maakte ik Turkse tomatenrijst. Eerlijk is eerlijk, het verschilt niet zo heel veel van de paella die ik normaal maak. Er zit geen chorizo en erwtjes is maar verder is de gelijkenis er toch wel hoor, vind ik dan. Het is lekker makkelijk om te maken en weer eens een ander bijgerecht dan we gewend zijn. Probeer zelf maar eens.

Turkse tomatenrijst voor 4 personen:

  • 1 rode ui
  • 2 knoflookteentjes
  • 1/2 groene paprika
  • 1/2 rode paprika
  • 2 flinke tomaten
  • 1 eetlepel tomatenpuree
  • 1 eetlepel Biber salcasi (milde paprikapuree, verkrijgbaar in buitenlandse winkel maar ook AH heeft het tegenwoordig)
  • 500 ml kippenbouillon
  • 250 gram Turkse rijst (of paella/risotto rijst)
  • Platte peterselie, een handje vol
  • Turkse fetakaas

Turkse fetakaas is niet hetzelfde als de Griekse. Het is veel zachter en ook wat minder zout vind ik. Wat mij betreft mag je gerust Griekse fetakaas maar deze zal niet zo zacht smelten dan de Turkse.

Snipper de ui fijn, snijd de knoflook in dunne plakjes. De groene en rode paprika snijd je in blokjes van een cm, net als de tomaten. Bewaar het vocht van de tomaten.

Fruit de ui en de knoflook op een zacht vuurtje aan in een scheutje olie. Niet te hoog vuur want dan verbrand de knoflook. Als de ui en knoflook lekker zacht zijn het vuur iets omhoog en dan de paprika een paar minuten meebakken. Vervolgens de tomatenpuree en Biber erbij en deze ook nog een minuut of twee bakken. Dan de rijst erbij en dat allemaal samen ook een minuut of twee bakken.

Afblussen met de tomatenblokjes en tomatenvocht en de bouillon. Goed alles losroeren en met de deksel erop 20 minuten op een zacht vuur garen laten. Rijst proeven. Nog niet gaar dan nog eens tien minuten zonder deksel.

Peterselie fijn snijden, de helft roer je door de tomatenrijst, de andere helft gebruik je als garnering. Kaas verdelen over de tomatenrijst en het restje peterselie nog erover strooien.

Meteen opdienen.

We aten er een stukje tilapia bij, gegrild op de BBQ op een stukje aluminiumfolie. Manlief die absoluut niet van vis houdt kreeg een kalkoenfileetje erbij….

 



Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...

BlogSociety
Topblogs Topblogs