Limburg
Nonnevotten uit Sittard
Carnaval! Je houdt ervan of niet. Wij houden er van. Zoonlief niet, hij ziet het niet, hij voelt het niet. En hij wil al helemaal niet mee doen.
Dus past hij op z’n zusje, wat ons dan weer goed uit komt. Iedereen blij.
Pa en ma kunnen op stap…..

Je hebt nodig voor ongeveer 30 stuks:
- 1000 gram bloem
- 400 gram lauwe melk
- 200 gram boter of margarine
- 100 gram verse gist
- 50 gram suiker
- 20 gram zout
- 2 ei
- (frituur)olie
- Fijne suiker
- snufje kaneel
- Meng bloem, melk, suiker, ei met het gistmengsel en kneed dit tot een soepel deeg.
- Vervolgens boter en zout toevoegen en wederom kneden tot een geheel.
- Deeg onder een doek gedurende 40 minuten laten rijzen.
- Daarna het deeg plat slaan totdat er een soort platte pannenkoek ontstaat
- De deegpannenkoek dubbelvouwen en opnieuw 15 minuten laten rijzen.
- Opnieuw het deeg plat slaan.
- Snij repen uit het deeg van ongeveer 30 centimeter en rol deze rond en maak er een knoop of strik in.
- Laat de ongebakken Nonnevotten ongeveer 10 minuten narijzen op een met bloem bestoven keukendoek.
- Frituur vervolgens de Nonnevotten in hete (frituur)olie van 180 graden Celsius
- Meng fijne tafelsuiker met een vleugje kaneel en wentel daar, de nog warme nonnevotten, even doorheen.
Tête de veau
In Limburg rommelt het al een paar weken. Af en toe zie je mensen rond lopen in raar gekleurde pakjes en hier en daar hoor je uit verenigingsgebouwen en café’s de klanken van trompettisten die hun lippen oefenen en percussionisten die ritmes onder controle proberen te krijgen. Op 11 november hadden we een eerste kleine uitbarsting van het gerommel maar heel Limburg bereidt zich voor op de jaarlijkse grote uitbarsting.
In de aanloop naar de grote uitbarsting, dit jaar begin maart, gebeurd van alles in Limburg. Kostuums worden genaaid of van zolder gehaald, hoedjes versierd, pruiken gekapt. En vanaf begin januari beginnen de zittingen, waar buutreedners de brats aan sjtaeke en bloaskapelle loate zeen wat ze kenne. Dameszittingen waar mannen absoluut verboden zijn en herenzittingen waar over dames alleen gesproken word.
En dan moet er natuurlijk ook goed gegeten worden want vaak wordt er ook goed gedronken. In de jaren heeft men zich er kennelijk zelf van overtuigd dat vet gebak en zware maaltijden de perfecte basis zijn voor een avondje door halen, of een middagje of, zoals bij veel zittingen, gewoon een hele dag. Meer dan zelden wordt zo’n zitting dan ook begonnen met sjpek mit ei, eet men tussendoor un lekker nonnevot en sluit men af met een tuut frit mit zoervleisj of zoer vleis of zoer sajs, afhankelijk van waar in Limburg je je op dat moment bevindt. En als je toch thuis beland en van tevoren je carnaval gepland hebt, dan kan het wel eens zo zijn dat er een keteltje Tête de veau op je staat te wachten. Lekker warm met brood of rijst, afhankelijk wat je dan nog aan kunt om te maken.
Tête de veau, oorspronkelijk uit Maastricht, werd van oudsher gemaakt van de resten van een kalfskop. Omdat dit tegenwoordig niet meer te krijgen is in Nederland wordt het heden ten dagen gemaakt van kalfsvlees maar je komt ook variaties tegen met varkensvlees, kipfilet en zelfs gehakt. Ik haalde het recept uit het boek “Leer Limburgs koken” van Netty & Peetjie Engels. Ik gebruikte varkensfricandeau en paste het recept iets aan omdat mijn mannen het net te weinig smaak vonden hebben.
Voor 4 personen:
- 400 gram varkenspoulet (of filet of fricandeau, ik had zelf 300 gram en dat ging ook prima)
- 2 uien
- 1 laurierblad
- 200 gram champignons
- 30 gram boter
- 30 gram bloem
- 2 blikjes tomatenpuree
- ongeveer 350 ml gekookt water
- Peper en zout, eventueel een scheutje room
Waffele van de mam
Er zijn van die recepten die je gewoon mee krijgt van huis en waar je niks meer aan verandert. Hoe oud je ook word en hoe vaak je het ook gemaakt hebt. De waffele van mam zijn daar een voorbeeld van. Het recept komt van oma die in de bijkeuken wafels bakte tussen kerst en nieuwjaar. Heel veel wafels voor iedereen in de familie. Het recept was altijd hetzelfde, de enige variatie waren de rozijnen. Er waren wafels met rozijnen en wafels zonder rozijnen. Het klinkt net iets te simpel en dat is het gewoon ook. Lekker simpel en gewoon simpel lekker.
Maar goed, gaandeweg in het leven kom je mensen tegen die soms ook bakken dus ik heb in de loop van de jaren een aantal wafel recepten verzameld die we allemaal erg waarderen. En toch, als de kerstdagen er langzaam aan komen en ik het wafelijzer af stof grijp ik als eerste terug naar het recept van de waffele van mam…..
Voor 20 tot 25 wafels:
- 250 gram margarine
- 250 gram witte basterdsuiker
- 10 zakjes vanillesuiker
- 500 gram zelfrijzend bakmeel
- 4 eieren
- snufje zout
- scheutje melk (2 à 3 eetlepels)
